Onze vereniging organiseert elke jaar de Bruggentocht (vanaf 2020 de Drechtstedentocht). Deze goed verzorgde tocht wordt al een aantal jaar gebruikt als trainingstocht voor onder meer de Vierdaagse van Apeldoorn en de Nijmeegse Vierdaagse. Vele wandelaars roemen de gevarieerde parkoersen en de uitstekende verzorging onderweg.
De Bruggentocht dankt zijn naam aan alle bruggen die zich voordoen op de wandelroute van deze wandeltocht. Zo baant de route van de langste afstanden zich onder meer een weg over de Wantijbrug, Baanhoekbrug, Brug over de Noord en de Brug over de Oude Maas. De kortste afstand geeft een mooie indruk van de binnenstad van Dordrecht en ook hier gaat de tocht natuurlijk over verschillende bruggen waaronder de Vlijbrug, Damiatenbrug, Lange IJzeren Brug en de Draaibrug. Hieronder laten we een stukje geschiedenis zien van een aantal van de bruggen die u zult tegenkomen tijdens deze wandeltocht.
De eerste brug die we belichten is de Brug over de Noord
In de volksmond wordt deze brug de Alblasserdamse brug genoemd. De brug is gebouwd als onderdeel van het Rijkswegenplan van 1927 en is geopend op 14 november 1939. Aangezien de brug nog nieuw was stond hij niet op de Duitse stafkaarten en daarom heeft de brug de Tweede Wereldoorlog vrij onbeschadigd overleefd. De rivier de Noord is ter plaatse van de brug 300 meter breed.
De doorvaarthoogte is ongeveer 12 meter, afhankelijk van het getijde, maar heeft ook een beweegbaar deel voor hoger scheepvaartverkeer.
Oorspronkelijk maakte de brug onderdeel uit van Rijksweg A15, maar werd te klein voor het vele verkeer naar Rotterdam. Daarom werd er een tunnel bijgebouwd, de Noordtunnel, die in 1992 is geopend. Nu is de brug onderdeel van weg N915 en wordt gebruikt voor lokaal verkeer en gevaarlijke stoffen.
De tweede brug die we belichten is de Baanhoekbrug
Om beter te kunnen concurreren met de Rhijn Spoorweg Maatschappij NRS, die de belangrijkste west-oost verbindingen exploiteerde, gaf de SS opdracht voor de bouw van de Baanhoekbrug, zodat een spoorverbinding Hoek van Holland – Rotterdam – Dordrecht – Geldermalsen en verder door de Betuwe naar Nijmegen mogelijk werd.
De plannen werden geproduceerd onder leiding van ingenieur LJ Kesper. Het ontwerp en de bouwleiding werden overgenomen door de ingenieur Ph J. Waller uit Dordrecht.
De Baanhoekbrug werd, met aanzienlijke vertraging, pas op 13 juli 1885 in gebruik genomen. De Staats Spoorwegen legden de in gebreke blijvende aannemer een boete van 50,- gulden per dag op voor elk etmaal dat de opleveringsdatum werd overschreden. Zonder veel protest werd lange tijd de boete betaald, waarbij echter pas veel later werd ontdekt dat de Nederlandse Rhijn Spoorweg Maatschappij deze aannemer 100,- gulden betaalde voor elke 24 uur dat de bouw werd vertraagd!
De derde brug die we belichten is de Wantijbrug
Bij de aanleg van de spoorlijn naar Sliedrecht moet er ook een brug gebouwd worden over het riviertje het Wantij. Deze brug, een draaibrug wordt in 1885 in gebruik genomen. Het Wantij is een riviertje dat hoofdzakelijk wordt bevaren door recreatievaart naar de Dordtse Biesbosch of op doorvaart vanaf de rivier de Oude Maas via het Wantij en de Ottersluis naar de rivier de Merwede. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt de brug door de zich terugtrekkende Duitse bezetter opgeblazen. In 1949 is de nieuwe brug gereed en kunnen de treinen weer doorrijden vanuit Sliedrecht naar Dordrecht en omgekeerd. De nieuwe brug heeft in het midden van de rivier een hefgedeelte. De heftorens zijn een vakwerkconstructie. De Westelijke Betuwelijn wordt in 1992 van bovenleiding voorzien. Hiermee wordt een eilandbedrijf van dieseltreinen opgeheven. In 1996 wordt de brug vernieuwd. De stalen bruggen worden vervangen door betonnen exemplaren en het metalen hefgedeelte wordt vervangen door een moderner stalen exemplaar.
De laatste brug die we belichten is de Stadsbrug Zwijndrecht
De Stadsbrug is in 1939 opengesteld en was destijds onderdeel van de rijksweg 16. De brug sloot destijds ook vloeiend aan op de rest van de rijksweg 16. Na de openstelling van de Drechttunnel in 1977 verviel het doorgaande belang van de Stadsbrug en werd het aantal rijstroken teruggebracht van 4 naar 3, waaronder één busbaan. Ook werd de Stadsbrug losgeknipt van de rijksweg 16 waardoor deze niet meer interessant is als omleidings- of sluiproute.
De Stadsbrug tussen Zwijndrecht en Dordrecht is een vakwerkbrug in Nederland, en overspant de rivier de Oude Maas. De brug heeft een totale lengte van 1.330 meter en een aantal hoofdoverspanningen, waarvan de langste 89 meter lang is.
De Stadsbrug bestaat uit twee bruggen, een vakwerkbrug en een basculebrug, die de rivier de Oude Maas overspannen. De brug telt 3 rijstroken, waaronder één busbaan. Tevens zijn er aan de buitenste zijden voorzieningen voor langzaam verkeer. Direct naast de Stadsbrug ligt een dubbele spoorbrug met 4 sporen. Vlakbij ligt ook de
Drechttunnel die het doorgaande verkeer verwerkt. De Stadsbrug is veel langer dan de rivier breed is, wat komt omdat een groot deel van de overspanning boven het vasteland van met name Dordrecht loopt door middel van aanbruggen. Aan Zwijndrechtse kant is dit in mindere mate het geval. De brug verwerkt voornamelijk lokaal verkeer en dient niet als omleidingsroute voor de Drechttunnel omdat deze niet vloeiend op de A16 is aangesloten. De Merwedebrug Papendrecht dient als omleidingsroute.